Jan leerde heel jong van zijn vader harmonium spelen, melodieën van psalmversjes. Hij verhuisde het instrument naar zijn kamer en bleef er op spelen en studeren. Het spelen op een kerkorgel werd een nieuwe muzikale stap, al gauw stond hij op het organisten-rooster. Zijn kracht ligt in manuaal orgelspel, dat juist tot recht komt op kleinere orgels zoals in dorpskerken.